Mijn zonde maakte ik U bekend,
mijn ongerechtigheid bedekte ik niet.
Ik zei: Ik zal mijn overtredingen
belijden voor de HEERE.
En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde.
Sela
Psalm 32:5
–
Zijn er plekjes in jou hart die je liever niet laat zien?
Plekjes waar je niet zou willen dat iemand jou ziet.
Wonden misschien.
Of haat… wrok…
Plekjes van vroeger of misschien ook wel van heel recent.
Je hebt de deur dicht gedaan en met je rug zit je tegen de deur aan.
Verboden toegang.
Iedereen kent deze plekjes…
Soms zijn het kleine dingen, maar door de deur dicht te houden, worden het grote dingen.
Soms zijn het grote dingen, zo groot, dat je de deur amper dicht kreeg, je nog een schop na moest geven en dat je 1 ding zeker weet, NOOIT meer open.
De psalmist van psalm 32 omschrijft dit plekje… maar kijk wat er gebeurt wanneer hij zwijgt. Zijn beenderen teerden weg… Zijn levensvocht veranderde in zomerdroogte, vers 2.
Deze psalmist kent de HEERE, dus ook na ontvangen genade, of misschien juist wel na ontvangen genade komen deze plekjes aan het licht.
Wanneer wij zwijgen over deze plekjes… word de last groter.
God vraagt van ons om ze te belijden.
Misschien lukt het jou niet om op te staan van de deur.
Misschien ben je er hard van weggerend en ken je de weg niet eens terug.
–
Maar weet je wat zo mooi is bij God, je mag zo heerlijk eerlijk zeggen…
Ik kan het niet, Heer, ik kan er niet naar terug.
Of mijn botten zitten vast in deze houding en ik wil niet anders.
Maar wilt U het anders maken?
Door te belijden, verwacht je het van de Heelmeester.
En vind er genezing plaats.
Misschien duurt het jaren, voordat je jou kamertje hebt opgeruimd, omdat er steeds weer iets voor de dag komt.
Maar God zegt niet, doe het alleen…
Het kan ook niet alleen.
Hij zegt; geef het aan Mij.
Elke dag
Dag aan dag
Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE
En U vergaf…
Een tegenwoordige tijd in ‘Ik zal’
En een verleden zijn in ‘vergaf’
Door ze te belijden, zijn je zonden vergeven.
–
Door het lijden van Jezus, onze Zaligmaker.
🤎
